knock over (v) (objects) | omversmijten (v) (objects) |
knock over (v) (liquid) | omstoten (v) (liquid) |
knock over (v) (liquid) | omgooien (v) (liquid) |
knock over (v) (accident) | aanrijden (v) (accident) |
knock over (v) (objects) | omsmijten (v) (objects) |
knock over (v) (accident) | omverrijden (v) (accident) |
knock over (v) (objects) | omsmakken (v) (objects) |
knock over (v) (person) | omverlopen (v) (person) |
knock over (v) (objects) | omgooien (v) (objects) |
knock over (v) (accident) | overrijden (v) (accident) |
knock over (v) (objects) | doen omkantelen (v) (objects) |
knock over (v) (objects) | omverwerpen (v) (objects) |
knock over (v) (objects) | omvergooien (v) (objects) |
knock over (v) (liquid) | omslaan (v) (liquid) |